De naam Van Liempt betekent letterlijk: "uit Liempde afkomstig", en is dus een toponiem, een plaatsaanduiding. Het dorp Liempde (in de volksmond: “Liempt”) ligt tussen Eindhoven en Den Bosch, ter hoogte van Boxtel. Het wordt al sinds de 12e-13e eeuw genoemd, en wellicht bestond het al ruim voor die tijd. De geschiedenis van Liempde is, met die van Boxtel, o.a. beschreven in het veelomvattende werk van Jean Coenen, “Baanderheren, boeren en burgers”.
Als achternaam komt de naam Van Liempt in verschillende schrijfwijzen, al ruim vóór 1700 op vele plaatsen in Brabant voor, maar ook buiten Brabant worden zeker al vanaf de 17e eeuw personen met de naam "van Liemde" genoemd, zoals bijvoorbeeld in Wassenaar, Haarlem, Delft en Rotterdam.
Reeds in de 15e eeuw is een Gerardus van Leempt bekend als een der eerste boekdrukkers. Of de naam “van Leempt” inderdaad gelijk staat aan “van Liempt” staat niet vast, maar het is ook niet onaannemelijk.
Gherardus de Leempt / van (der) Leempt, boekdrukker
Gerardus de Leempt / van Leempt (ca. 1450- ca.1489) werd te Nijmegen
geboren als zoon van de smid Thijs van Leempt. Hij bekwaamde zich in de
boekdrukkunst in de Duitse steden Mainz en Augsburg, en was werkzaam in Utrecht
(1472-1474) en Nijmegen, vanaf 1484 te ’s-Hertogenbosch. In Utrecht werkte
hij samen met Nicolaes Ketelaer, die afkomstig was uit Haarlem, zij behoorden
tot de eerste boekdrukkers in de Noordelijke Nederlanden. De Utrechtse
Universiteitsbibliotheek bezit een incunabel uit 1473, te Utrecht gedrukt door
Nicolaes Ketelaer en Gherardus van Leempt: Historia Scholastica door Petrus
Comestor, gedrukt en uitgegeven “In Trajecti Inferiori, per magistros Nycholaum
Ketelaer et Gherardum de Leempt” in
1473.
Deze incunabel is een heel bijzondere: het is namelijk het eerste
gedateerde boek dat in de Noordelijke Nederlanden verscheen. De incunabel zit
in een oorspronkelijke kalfslerenband, afkomstig uit de binderij van het
Utrechtse Regulierenklooster.
(ref. http://bc.library.uu.nl/nl/utrechtse-drukkers.html)
Van Leempt had vanaf 1484 tot zijn dood in ca. 1489 zijn drukkerij en boekhandel
in de Kerkstraat te ‘s-Hertogenbosch. Aannemelijk is dat hij een goede bekende
van Jeroen Bosch was. De boekhandel werd na zijn dood voortgezet door
zijn vrouw Fyken, tot ca. 1517 (ref. ...)
In de collectie Theologie van Tilburg University bevindt zich een
incunabel uit 1474, behorend tot zijn Utrechtse periode: Soliloquium animae van Thomas à
Kempis (foliant, 38 bladen). Een incunabel oftewel wiegendruk is een boek of
geschrift dat gezet is met losse letters en gedrukt is vóór 1 januari 1501.
(ref. https://brabant-collectie.blogspot.nl/2016/04/bossche-drukkers-ten-tijde-van-jeroen.html)