Home

Vorige pagina

Volgende pagina

Index naamdragers

Index achternamen

 

                      ‑ stuck ackerlant gent de Lange Stucke 5 L bvvo tot Carchoven t erf Hendrick Lombaerts t erff Jan Peeters van de Voert met recht te wegen v erf van mej. Johanna Geertruy van Breugel wede Abraham van Rotterdam t Peeter Andries Schijven

                      ‑ stuck ackerlant gent het Heulte weycke 2 L t gem. straat t v hr Abraham Hubert t Davidt ..?

                      ‑ stuck weyvelt gent Marien beempt 5 L Udenhout etc.

                      ‑ stuck heyvelt  gent de Krekelsche Hoeff 3 L baronnye van Boxtel rondom in de heijde aldaar

belast uit de percelen tot Carchoven met H.Geest sBosch 8 vaten rogge; uit het Conincxbroeck 1 st 8 p aan Wouter van Esch

aan Marten Michiels van Liempt

                      ‑ huys schuer schop hoff bogaert acker en weylant geheel 10 L dingb. Ow. Berckel etc.

                      ‑ hoijbeempt gent Arien Laurens Velleke 4 L dingb. Ow. tot Haeren in het Harens broeck t erff Armen van Haeren t erff Adriaen Adriaen van Liempt v erf Emmert Antonisse Smits t stroom

                      ‑ de zuidwestw. helft in stuk hey als torffvelt geheel 4 L als voor achter den Nemelaer t erff Maria wede Jacobus Lombaerts die de NO waartse zijde is delende t erf Laurens van de Voort v erf Michiel Wolffs t erf Neeltje wede Jan van de Schoot

                      ‑ stuck ackerlant gent den Crommen acker 4 L bvvo tot Carchoven omtrent Cuypersvonder t v erf Perijn Jan Aerts t t erf Willem Brocken

                      ‑ stuck ackerlants in de Schijff t erff Andries Laurense van de Bosch t erf hr Abraham Hubert v erf Peeter Gijben t gem. miswech met recht van wegen naar de beide voorschr. parcelen over de misse competerende sr Cornelis Lippens tot Carchoven

belast met uit de 2 percelen tot Ow. tot ofte omtrent Carchoven zoals volgens de brieven daarvan

aan Frees Laurens van de Voert qq

                      ‑ eenen hoybeempt gent Peeter Lemmens beempt 7 L in het Harens Broeck achter de Borght t erff Maria wede Jacobus Lomberts c.s. t erff Maria wede Peeter Lambert Peynenborch mma v erf gem. lants hoeve t erf hr Bregadier Cromstron heere van de Nemelaer met recht van over dess. erve te wegen

                      ‑ stuck soo hey als torffvelt gent Kievitsbleek 4 L als voor achter de Nemelaer t erff Maerten Michiels van Liempt t erff Andries van den Bosch  v erff Mighiel Wolffs t erf Neeltje wede Jan van de Schoot

                      ‑ uytgetorft moervelt gent het houtveldeken 1 L t erffgen. Frees Stevens t erffgen. Jan Stevens v erfgen. Jan van de Voort t erfgen. Jan Bouwens

belast met uit Peerlemmensbeempt 3 st aan Wouter van Esch

 

Strafzaak tegen GIJSBERT VAN MIERLO voor de vierschaar van Schout en schepenen te ‘s-Hertogenbosch

 

Tight ende Aanspraak Crimineel voor Den Hoog Gebooren Gestrengen Heer Reinhard Burchart Rutger Graaff van Rechteren Vrijheer van Gramsbergen Hoog ende Laag Schout der Stad en Meijerije van Sbosch Nomine officiit Apprehendant Eijsscher en Aanlegger,

Contra

Gijsbert van Mierloo geboortig van Maaren en gewoont hebbende tot Oosterwijk althans gevangene en gedetineerde op des Stads Gevangene Poort mitsgaders gedaagde ter vierschaere.

Edele Agtbaare Heeren Schepenen

1.      Den Heer Nomine officii Apprehendant Eijsscher en Aanlegger sullende proponeeren de reedenen van de gedaene apprehentie,

2.      En vervolgens Fundeeren den Eijsch en Conclusie in ’t  eijnde deeser te doen en te neemen,

3.      Segt poseert en articuleert het navolgende,

4.      Dat in facto waer en waaragtig is,

5.      Dat den Gevangene en gedetineerde Sedert eenigen tijd gewoont heeft tot Oosterwijk en aldaer Molenaar geweest is,

6.      Dat denselven op den 9 Februarij 1737 des nademiddags sig bevonden heeft tot Haeren ten huijse van Antonij Willem Lombarts

7.      Dat hij ter dier tijd bij sig hadde sijne drie knechts,

8.      Dat sig ten huijse voors:,alsdoen mede bevonden Cornelis en Francis van Abeelen, bruijdegoms neffens haere Bruijden en verder bij hebbende geselschap,

9.      Dat den Gevangene en gedaegde alsdoen voorgaf met geseiden Lombarts te willen reekenen,

10.  Dog dewelke sijde alsdoen daar toe geen tijd te hebben,

11.  Dat den Gevangene en Gedetineerde daar mede uijterlijk genoegen scheen te neemen en vervolgens ten huijse voors: gebleeven is,

12.   Dat den Gevangene en Gedaegde ter dier tijt badineerende met de Meid van voorn: Lombarts en deselve bij het hooft willende vatten daardoor sijn pruijk van het hooft is gevallen,

13.  Dat den voorn: Lombarts de voors: pruijk opgevat en die in handen van den Gevangene gegeven hebbende,

14.  Hij Gevangene daar op (:van een quaat humeer werdende:) aan geseijde Lombarts en sijn meijd eenige dreigementen deede,

15.  Dat op dienselven dag tussen ligt en donkeren, hij Gevangene en Gedaegde in het voors: geselschap bij het vuur sittende, te morren,

 

 

 

Home

Vorige pagina

Volgende pagina

Index naamdragers

Index achternamen