Home

Vorige pagina

Volgende pagina

Index naamdragers

Index achternamen

 

60.  Door hem Gevangene al wederom daar op met allerlei schimp en smaadreedenen mitsgaders met seer veele indecente expressien is geantwoord

61.  En wijders soodanig met voeten op de deur gelopen en met een swaer houd daar op gestoten dat de Cram van de grendel wel twee voeten in de Caemer sprong,

62.  Dat onder dat geweld ook geroepen wierd doed de deur open of ick salse op den heert loopen met bijvoeging van verschijde onbetaemelijke uijtdrukkingen te vuijl om hier te melden,

63.  Dat hij Gevangene en Gedaegde als doen ook geroepen heeft,

64.  Indien gij niet opendoet soo sal ick u doen opendoen en dewijl wij de deur niet kunnen open krijgen soo sullen wij de glaesen in slaan,

65.  Tegelijk die drijgementen met verscheijde impadente scheldwoorden versellende,

66.  En onder andere met dese woorden al bent gij schepen van Oosterwijk, ik lach met sulke schepens als gij er een sijt, met sulke broodhonde die niet te vreeten hebben,

67.  Dat ook des Gevangens knegt Jan Timmermans alsdoen het woord neemendeonder anderen aan den voorn: van der Henst deese schrickelijke bedrijging deede,

68.  Gij hebt het voor mij niet niet gedaen want het eerste als gij mij teegen komt, al bent gij in t’ midden van alle schepens, soo sal ick u omverschieten of om ver steeken want ick veeg mijn gat aen Oosterwijk en Haaren

69.  Dat denselve Jan Timmermans onder meer andere woorden daarbijgevoegt hebbende comt Baes laet ons gaan want de schelm sal dog niet opendoen,

70.  Hij Gevangene en Ged:e als doen verder geroepen heeft gij sult er leggen of ick sal er leggen het eerst dat gij mij ontmoet,

71.  Dat dit gepasseert sijnde bijde  de voorn: persoonen al vloekende en scheldende sijn weg gegaen,

72.  Dat hij Gevangene en Ged:e al verder van sig heeft konnen verkrijgen,

73.  Van op den 23. Junij deses jaers niettegenstaende dat hij wel wist dat over t’ voorverhaelde beactioneerd en ook berijds tot drie distincte rijsen per edict gedagvaerd was,

74.  In Vilipendie van de justitie wederom niet alleen binnen Oosterwijk te comen,

75.  Maar selfs aldaer tot een Schrick voor eeniederginsch en weer herwaarts en derwaerts met gelaade pistoolen in de hand over straed te rijden,

76.  En aldaer aen het huijs van de Heer Stadhouder Hastong selfs seer scheldende en vloekende vergramd van gemoede sijnde met een force en gewd aan te bellen en na denselven te vraegen,

77.  Dat hij Gevangene en Gedaegde door de meijd geantwoord werdende dat de Heer Stadhouder niet te huijs was,

78.  Alsdoen aen de selve heeft durve seggen deese of diergelijke woorden Segt aan mijn Heer dat hij de Straet wat ruijmt, dat er een eerlijk man kan overrijden, en als hij (:denoteerde daar mede de Heer Stadhouder:) geen ordre daar op steld, dan sal ick er ordre op stellen,

79.  Dat hij gevangene dus scheldende raesende en vloekende jegens die geene die tegens hem verclaert mogten hebben of ander’sints geemploijeert sijn,

80.  Eijndelijk door de Vorster aldaer (:hebbende het pistool nog in de hand:) gevangen genomen en op dese Stads Gevange Poort  in hegtenis gebragt is.

81.  Ende want allen t’gunt voors: Soo door den gevangene alleen als t’gunt hij met sijn knegt verrigt heeft en t’gunt op sijn aanhissinge geschied is,

82.  En hij vervolgens geconsideert moet werden de causa movens en socii delicti van t’gunt bij den voorn: Jan Timmermans geperpeteert is,

83.  Niet anders kan werden geconsidereert als pure geweldenarijen met een voor overleg aan iemants eijgen huijs geperpeteert,

84.  Wijders enorme Straetschenderijen en verschrickelijke bedrijgingen niet alleen gepleegt in de nagt,

85.  Maar bovendien aan t huijs van een Schepen en wel aen een der Gereformeerde Religie,

86.  So heeft den Hoog Gebooren Heer eijsscher en Aanlegger na becomene informatien,

87.  Sig geaddresseert aan U Ed: Agtb: en op desselfs te kennen geven geoptineerd Uwer Ed: Agtb: decreet van Apprehensie,

88.  Dat de Heer Eijsser en Aanlegger uijt kragte van dien getragt heeft voors: Gevanene te apprehenteeren,

89.  Dog dat terselver tijd geechappeert sijnde,

90.  Ook tot drie distincte rijsen bij Edict gedaegvaerd is

91.  Dat den Heer Nomine officiiEijsscher en Aanlegger den Gevangene ten overstaan van Heeren Commissarissen preparatorie hebbende gedaen examineeren,

92.  Wijders ook de Getuigen tegens hem doen confronteeren,

93.  Den Gevangene en Ged:e van die Hardnekkighijd is geweest alle de feiten hem te laste gelegt malitieuselijk en op impudente wijse te ontkennen,

94.  Ende want eghter alle de voors: facten of schoon door den Gevangenne niet gecontesseert,

95.  In een Land van goede Justitie niet en kunnen of moogen werden getoleereerd maar andere ten exempel en afschrick moeten werden gestraft,

96.  Soo heeft den Hoog Geb: Heer Nomine offici Eijsser en Aanlegger moeten resolveeren tegens den Gevangene ordinario modo te procedeeren,

97.  En heeft dien volgen den Gedaegden doen dagvaerden ter vijerschaer van U ED: Agtb:

 

 

 

Home

Vorige pagina

Volgende pagina

Index naamdragers

Index achternamen